Toelichting effecten actualisatie kadernota 2022

Het gemeentefonds is veruit de belangrijkste inkomstenbron voor gemeenten en dus van groot belang voor de financiële kaders voor het opstellen van de meerjarenbegroting 2022–2025. In tegenstelling tot andere actualisaties is deze niet gebaseerd op circulaires van het Rijk voor 2022 en verder, maar op een eigen meerjarige prognose van maatstaven en een inschatting van het accres. Onderstaande maatstaven met de grootste financiële impact zijn daarbij geactualiseerd:

  • Actualisatie van de WOZ-waarde peildatum per 01-01-2020 naar de toestand per 01-01-2021;

  • Ontwikkeling van het inwonersaantal;

  • Prognose aantal woningen en huishoudens;

  • Ontwikkeling van het aantal jongeren < 18 jaar;

  • Aantal VO-leerlingen.

Hoeveelheidsverschillen

Naast bovengenoemde maatstaven zijn aan de hand van de laatste specificatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) een aantal overige maatstaven geactualiseerd of definitief bekend geworden. De mutatie in de maatstaven leidt tot een voordeel in 2022 en 2025. Daartegenover is te zien dat voor 2023 en 2024 een negatief effect laat zien omdat de nieuwe prognose een andere ontwikkeling laat zien qua woningbouw en inwonersaantallen dan waar eerder mee is gerekend.

Accresontwikkeling

Het accres bevat indexering, welke wordt bepaald aan de hand van verwachte inflatie. De inflatie wordt afgeleid van het prijsindexcijfer BBP ter hoogte van 1,4%, welke bij de septembercirculaire is opgenomen. Dit leidt tot een stijging in de uitkeringsfactor van 21 punten. Tevens moet op de uitkeringsfactoren stand december 2020 nog een correctie van 2 punten worden toegepast wegens de structurele doorwerking van de stijging 2020 in deze circulaire. De werkelijk accresontwikkeling verschijnt bij de meicirculaire 2021 en wordt daarna tussentijds steeds bijgesteld.

Naast de indexering volgt het accres ook de trap-op/trap-af systematiek. Als de uitgaven van het Rijk stijgen, stijgt ook de omvang van het gemeentefonds. Op dit moment is niet bekend wat dit effect zal zijn. In de laatste cijfers van de Actualisatie Verkenning Middellange termijn 2022-2025 [1] (MLT 2022-2025) wordt op pagina 34 nog wel gesproken over een groei van 2,6% per jaar. Gezien de onzekerheid en het feit dat de stijging op macro-niveau per gemeente anders kan uitwerken, is vanuit het voorzichtigheidsbeginsel hier nog niet mee gerekend.

WOZ-maatstaf gemeentefonds

Er is een bijzondere maatstaf welke in de algemene uitkering wordt gehanteerd, namelijk de WOZ-maatstaf. Deze maatstaf leidt namelijk tot een korting voor de gemeente op de inkomsten uit de algemene uitkering. Het Rijk gaat er namelijk vanuit dat gemeenten onroerend zaak belasting (OZB) heffen om zelf inkomsten te genereren. De OZB wordt geheven door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met een eigen (door de raad vastgesteld) tarief. Uitgangspunt welke het Rijk hanteert, kijkend naar draagkracht, is: hoe hoger de WOZ-waarde, des te meer een gemeente in staat is om zelfstandig inkomsten te genereren.

Een maatstaf mag niet beïnvloedbaar zijn. Om die reden is er voor gekozen om niet de werkelijke OZB-opbrengst van een gemeente als maatstaf voor de korting te hanteren (immers het tarief is beïnvloedbaar), maar hiervoor de WOZ-waarde, vermenigvuldigd met een landelijk gemiddeld tarief, te hanteren. Omdat de maatstaf tot een korting leidt, betekent bovenstaande dat een gemeente met een hoge WOZ-waarde meer gekort wordt dan een gemeente met een lage WOZ-waarde. Dit sluit aan bij het doel van de verdeling van het gemeentefonds, namelijk: “Elke gemeente is, gezien haar structurele omstandigheden, (globaal) in staat om, bij gelijke belastingdruk, een gelijkwaardig niveau van voorzieningen te realiseren” [2].

In de kadernota is de woningbouwprognose geactualiseerd, evenals de gemiddelde prijsontwikkeling per woning. Deze aanpassing leidt ten opzichte van de eerder prognose tot een voordeel in 2021 en verder, gebaseerd op het huidige rekentarief. De WOZ-waardestijging 2022 is bij de huidige berekening nog niet meegenomen, omdat de nieuwe rekentarieven 2022 nog niet bekend zijn. Deze wordt meegenomen bij de berekening van de meicirculaire 2021.

[1]https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/CPB-Raming-Actualisatie-MLT-2022-2025-maart-2021.pdf

[2]M.A. Allers 2010 https://www.coelo.nl/images/rapporten/Verevening_conform_het_derde_aspiratieniveau.pdf

Stel uw document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf